KERNENERGIE - Nee bedankt, Ja graag?

heid elektriciteit die men kan opwekken voor een bepaalde hoeveelheidwarmtehangtafvanhettemperatuurverschiltussen de z.g. warme en koude bronnen van de cyclus of van het kringproces. Hoe hoger de temperatuur in de warmtewisselaar (gevocd door de primaire koelkring, die zijn warmte uit de reactor haalt) en hoe lager de temperatuur in de condensor, hoe beter voor de elektriciteitsproduktie, of hoe hoger het ren- dement. Dit geldt natuurlijk ook voor cen klassieke centrale met steenkool of aardolie, waarin echter i.p.v. een primaire kring met reactor en warmtewisselaar gewoon een verbrandingskctel staat. In beide gevallen zal echter een belangrijk deel van de geproduceerde warmte op lagc temperatuur worden afgegeven aan het rivier- of zeewater. Zoals in de thermodynamica door N.S. Carnot (1796-1832) werd aangetoond, kan men nooit alle warmte in mechanische arbeid of elektriciteit omzetten. In de praktijk komt men zelfs meestal niet aan de helft. De afgevoerde warmtc is niet allecn een economisch verlies maar kan ook milieuproblemen veroorzaken door de opwarming van water- lopen. Opdat een kernreactor een kettingreactie zou kunnen blijven onderhouden, moet een minimale hoeveelheid splijtstof aanwe- zig zijn, de z.g. kritische massa. Hoewel er per splijting twee a drie neutronen vrijkomen, wordt er vlug meer dan e6n neutron opgeslorpt in bekledings- en structuurmaterialen, in sommige sterk neutronopslorpende splijtingsprodukten, en zelfs in de splijtstof zonder splijting te veroorzaken. Indien er dan in principe van de gemiddeld 2,5 neutronen voor de volgende generatie minder dan 1 ,5 overblijft, geldt dit enkel voor een oneindig grote reactor. Een reactor van beperkte afmetingen moet afrekenen met het felt dat heel wat neutronengewoondoordewandenlekkenofontsnappen,zodat er gcmiddeld minder dan 66n kan overblijven, waarbij de ket- 2. Zondcr kritische massa, geen kettingreactie

60

Made with FlippingBook Online newsletter