KERNENERGIE - Nee bedankt, Ja graag?

vlucht die vooral na W.O.11 zeer uitgesproken werd. In ons land steeg de relatieve energiebijdrage van aardolie in de periode 1950-1973 van 10 tot 60 0/o; wegens de oliecrisis was de aan- groei daarna slechts zwak, en nu is de relatieve bijdrage gedaald tot 40 a 45 %. Het aandeel van aardgas stijgt nog steeds en bedraagt nu zowat 30 °/o. De splijtstof (uranium uit ertsen en plutonium door omzetting van het niet-splijtbare uranium-238 isotoop) is een recente ener- giebron. Het fenomeen van de kernsplijting werd in 1938 door Hahn eri Strassman ontdekt; de eerste kernreactor werd door Fermi gebouwd in 1942. De eerste commerciele kernccntrales komen echter pas op het elektrisch net vanaf 1956 (Calder Hall, Groot-Brittannie) en 1957 (Shippingport, U.S.A.). De hernieuwbare bronnen krijgen nog maar sinds kort de volle aandacht. Windenergie werd in China al meer dan 4.000 jaar geleden toegepast en onze kruisvaarders hebben in de llde en de 12de eeuw de toen al meer dan 1.000 jaar oude wind- molentechnologie van de Perzen in onze streken ingevoerd. Toch werd systematisch onderzoek naar energie uit de zon, uit getij- den, uit golfslag, van geothermische oorsprong, uit biomassa, enz. op Europees vlak slechts in 1974 gestart, en dat vooral door het CREST-Energie Comit6 voor Onderzoek en Ontwikkeling van de Europese Gemeenschap. Uit deze bronnen kan men verschillende energiebronnen op~ wekken, zoals warmte, chemische energie (met inbegrip van de kunstmatige moderne energiebron waterstof), mechanische energie of aandrijving, en elektriciteit. Terloops mag er worden aangestipt dat men de fossiele energiebronnen ook kan aanwen~ den voor de produktie van heel wat synthetische materialen, zoals geneesmiddelcn, kunststoffen in kleding, in auto's en in heel waf industriele produkten. Morgen zul]en ze wellicht een belangrijkebronzijnvoordefabricagevansynthetischvoedsel...

14

Made with FlippingBook Online newsletter