E-book Kernenergie - Versie 1.01c

Figuur 5-6 : Aard van verschillende soorten radioactieve straling.

Halveringstijd – De isotopen die radioactieve straling uitzenden, bestaan in de natuur gewoon door ontwikkeling van jarenoude stoffen die desintegreren. Een specifiek aspect van de radio-isotopen is wel dat ze niet ineens omzetten. Hoewel ze niet stabiel zijn, zullen ze toch niet plots stabiel worden; dit gebeurt volgens statistische beginselen. In plaats van te spreken van een bepaalde kans per seconde om omgezet te worden, gebruikt men liever de notie “ halveringstijd ”, wat duidelijker is : het is de tijd waarop de helft van de hoeveelheid radioactieve isotopen wordt omgezet. Het is een belangrijk begrip ook als we spreken over de levensduur van radioactieve afvalstoffen (Sectie 7.3). Die halveringstijd (symbool t 1/2 ) kan zeer uiteenlopende waarden aannemen voor de verschillende isotopen. Het isotoop polonium-216 (één der zware isotopen) heeft een halveringstijd van 0,15 milliseconde; na 0,15 milliseconde is dus de helft omgezet, na 0,30 milliseconde drie kwart, na 0,45 zeven achtste, enz..., zodat na 1 seconde niet veel meer overblijft. Koolstof-14 echter vergt 5.730 jaar om voor de

92

Made with FlippingBook Learn more on our blog