E-book Kernenergie - Versie 1.01c

Wegens het natuurlijke verval van uranium-238 en uranium 235 treft men in de ertsen een hele reeks radioactieve producten met kortere halveringstijden aan, zoals polonium, radium en radon. Dit laatste is een edelgas met een halveringstijd van drie à vier dagen. In het ganggesteente van het erts is de diffusietijd (de tijd die nodig is om in de omgeving te komen) zo lang, dat de radioactiviteit dan reeds verwaarloosbaar is. Uit het ontgonnen erts echter komt radon veel vlugger vrij. Alle mijnafval zou dus moeten worden afgeschermd ofwel terug in de mijn worden vastgezet. De ontginning van uraniummijnen moet daarom zeer omzichtig gebeuren, met alle nodige beveiliging en bescherming van het personeel. Om het uranium vervolgens uit het erts te winnen bestaan verscheidene chemische procedés, die alle vloeibaar afval en ganggesteenten met enige radioactiviteit bevatten. Deze overblijvende radioactiviteit is eveneens lager dan die van het oorspronkelijke erts, maar komt ook hier gemakkelijker vrij. Na het bereiken van een zuivere uraniumverbinding kan een verrijking worden uitgevoerd. Voor alle reactortypes met natuurlijk water (PWR en BWR) heeft men verrijkt uranium nodig: het natuurlijke gehalte van 0,7 % U-235 wordt met enkele procenten (meestal tussen 2 en 7 %) opgevoerd. Van de verschillende verrijkingstechnieken zijn vooral de gasdiffusiemethode (zoals in de installaties van EURODIF in Frankrijk, met Belgische participatie) en in mindere mate de ultracentrifuge-methode (zoals het URENCO-bedrijf van Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk) belangrijk. Alle verrijkingsprocédés laten een afvalproduct achter, de

162

Made with FlippingBook Learn more on our blog