KERNENERGIE.Online (Simple Single Page E-Reader Version)

NEUTRONEN DOEN URANIUM SPLIJTEN – EINSTEIN’S DILEMMA

4.5.

Ook in het Kaiser-Wilhelm Institut in Berlijn werd uranium met neutronen beschoten. De fysicus Otto Hahn (1879 - 1968) en de chemicus Friedrich Strassmann (1902-1980) vormden hier een multidisciplinaire ploeg die zeer systematisch en nauwgezet te werk ging. Zij vonden vele reactieproducten na de uraniumbestraling met neutronen en bepaalden hun chemische eigenschappen met veel zorg. Einde december 1938 vonden ze tot hun verwondering en ongeloof tussen deze producten barium (atoomnummer 56), dat niet in de buurt van uranium (nr. 92) ligt en zelfs veel lager dan lood (nr. 82). Dit fenomeen was zo onverklaarbaar dat ze deze vondst niet ‒ zoals de gewoonte is ‒ zo vlug mogelijk publiceerden. Hahn vroeg hierover raad aan een vroegere joodse medewerkster Lise Meitner (1878-1968) die wegens het nazi-bewind uit Duitsland naar Denemarken bij Niels Bohr was gevlucht. Meitner vond zelf geen verklaring; het uiteenvallen van uranium in twee stukken, in atomen die halverwege de tabel van Mendeljev lagen, was voor iedereen té fantastisch. Toch schreef Meitner aan Hahn terug dat er zoveel verrassingen werden beleefd in de kernfysica, dat niets onmogelijk leek. Ze sprak erover met haar neef Otto Frisch (1904-1979) en met Niels Bohr. Op grond van het atoommodel van Bohr kon men veronderstellen dat de uraankern inderdaad in twee halfzware elementen kan uiteenvallen.

70

Made with FlippingBook - Online magazine maker