KERNENERGIE.Online (Simple Single Page E-Reader Version)
kolencentrales, waarvan de Riverstone centrale op de Maasvlakte kandidaat was voor sluiting.
Aardolie en aardgas zijn in het Westen veel recenter. De eerste petroleumboringen door Drake in Pennsylvania (1859) leverden vooral lampolie , die er niet in slaagde het lichtgas te verdringen, dat door de Leuvense chemie-hoogleraar J.-P. Minckelers, gestudeerd aan de Latijnse school van Geel, in 1785 uit steenkool was gewonnen. Met de uitvinding van de benzinemotor door Otto in 1885 en de motor van Diesel in 1897 namen de aardolieproducten – en in hun spoor ook het aardgas – een vlucht die vooral na W.O. II zeer uitgesproken werd. In België steeg de relatieve energiebijdrage van aardolie in de periode 1950-1973 van 10 tot 60 %; wegens de oliecrisis was de aangroei daarna slechts zwak, maar is nadien grotendeels weggevallen, alleszins voor elektriciteits productie. De relatieve bijdrage van olie en gas samen (onder normale omstandigheden, i.e. bij voldoende beschikbaarheid van denucleaire centrales)was indeperiode 1990-2015 gedaald tot 40 % of minder (cijfers Wereldbank). Dit was voor een groot deel aardgas, uitgezonderd voor huisverwarming waar olie nog altijd een significant aandeel heeft. Het aandeel van aardgas in onze elektriciteitsproductie bedraagt momenteel jaarlijks zowat 30 tot 35%, maar zou in de toekomst aanzienlijk kunnen toenemen bij een totale sluiting van alle Belgische kerncentrales. In Nederland was in 2019 het aandeel van aardgas in het primaire energieverbruik 44%; voor de elektriciteitsproductie was dit zowat 50 tot 60% van het totaal.
De aanwending van deze aardolieproducten voor een in se eenvoudige – en in sommige opzichten zelfs triviale –
32
Made with FlippingBook - Online magazine maker