KERNENERGIE.Online (Simple Single Page E-Reader Version)

Men kan ook gewoon water (H 2 O) als moderator en koelmiddel gebruiken, maar uit berekeningen en proeven blijkt dat de gewone waterstofkernen teveel neutronen absorberen ommet natuurlijk uranium tot een kettingreactie te komen. Bij een verhoogd aandeel uranium-235 (b.v. 3 % i.p.v. 0,7 % in natuurlijk uranium) is de kettingreactie wel te verwezenlijken. Het uranium dat verrijkt is in het isotoop 235, wordt bereid in verrijkingsinstallaties volgens diverse procedés, zoals gasdiffusie of ultracentrifuge. In bepaalde onderzoeksreactoren (en ook in kernwapens) gebruikt men hoogverrijkt uranium, in kerncentrales of vermogens reactoren slechts licht verrijkt uranium (zowat 2 à 6 % U-235). De combinatie gewoon of licht water met weinig verrijkte splijtstof is in zeer veel omstandigheden de meest econo mische oplossing. Om hogere rendementen te bereiken en dus een warme bron op hoge temperatuur te verwezenlijken, gaat men het water in de reactor onder druk zetten. Bij normale druk kookt het water immers reeds bij 100° C, maar onder verhoogde druk kan men het kookpunt opdrijven. Er is wel een uiterste limiet, want hoe hoog men de druk ook opdrijft, boven 374° C kan men geen water in vloeibare vorm meer hebben. Er zijn nu twee varianten bij de licht-water-reactoren (LWR). Men heeft het type waarbij men het water in de reactor laat koken bij zowat 300° C onder een druk van zeven miljoen pascal (of 70 maal hoger dan atmosferische druk, 70 bar). De geproduceerde waterdamp wordt dan rechtstreeks naar de turbine geleid, om na volledige condensatie (bij lage druk) via een pomp opnieuw op 70 bar te worden gebracht en dan in de reactor gevoerd. Dit is het kokendwaterreactor-type of

113

Made with FlippingBook - Online magazine maker