KERNENERGIE - Nee bedankt, Ja graag?

VIII. GEVAREN, RISICO'S EN VEILIGHEIDSASPECTEN

Het zou niet wetenschappelijk zijn om te beweren dat er aan kemenergie geen gevaren of risico's verbonden zijn. Elke men- selij ke techniek wordt gekenmerkt door inherente nadelen, door directe en indirecte gevaren en door onvolkomenheden. De in- vloed van menselijke fouten mag hierbij niet worden verwaar- loosd. Men moet echter de gevaren ook niet opschroeven. Zoals in het tweede hoofdstuk is vermeld, wordt het hele domein van de kernenergie beladen met een sfeer van angst om atoombom- men, kemexplosies en onzichtbare, langzaam dodende of gene- ratieverminkende straling. Tegenwoordig is het wel tot het publiek doorgedrongen dat kernraketten of kerncentrales evenzeer verschillende domeinen zijn als klassieke springstoffen en klassieke elektriciteitscen- trales. Wel denken nog heel wat mensen dat een kernccntrale kan ontploffen zoals een atoombom, maar dit is fysisch onmo- gelijk. De splijtstof die in cen reactor gebruikt wordt, is niet de splijtstof die men nodig heeft voor een born. Deze kan in het ergste reactorongeval nooit z6 samenkomen dat er een reactie zou optreden die gelijkwaardig is met een atoombom. Wat wel kan gebeuren in een extreem geval, als men alle veiligheidsvoor- zieningen zou uitschakelen, is dat zo'n reactor door ongekoelde hitte-ontwikkeling uit elkaar barst, zoals een motor die te warm wordt ook uit elkaar springt. Zowel uit berekeningen als uit experimenten blijkt, dat een kerncentrale zich nooit kan gedra- gen als een atoombom. Hoewel de stralingen van nucleaire oorsprong onzichtbaar en gevaarlijk zijn, bestaan er voldoende gevoelige meetinstrumen- ten om deze straling aan te duiden en zijn er voldoende, zeer strenge wettelijke normen om werknemers in de nucleaire sector en de algemene bevolking te beschermen. Het gevaar dat moet worden gevreesd is het vrijkomen van

88

L - t`+I.I,i I- ` . r .,-- _ v= ,--1-:=-