E-book Kernenergie - Versie 1.01c

tien omzettingen een atoom wordt gevormd dat geen straling meer uitzendt: het stabiele loodatoom, of nummer 82 van het periodiek systeem. Analoog zal thorium na verschillende omzettingen eveneens aanleiding geven tot het ontstaan van lood als stabiel eindproduct. De massa van het lood uit uranium is echter 206 en die van lood uit thorium is 208 (ruwweg betekent dit dat beide lood-soorten 206, resp. 208 maal zwaarder zijn dan het waterstofatoom). Lood met plaats 82 in de tabel van Mendeljev heeft dus 82 baanelektronen die rond de kern wentelen. Deze kern bezit 82 positieve elementaire ladingen, wat overeenstemt met 82 waterstofkernen, die men ook protonen noemt. De kernen van de twee bovenvermelde loodsoorten zijn blijkbaar niet identiek. Ze moeten ook nog andere deeltjes bevatten, zonder elektrische lading, die de massa van 206 of 208 i.p.v. 82 kunnen verklaren. Men vermoedde reeds een hele tijd dat er neutrale deeltjes, ongeveer even zwaar als de protonen , moesten bestaan, de zogenaamde neutronen . Maar het duurde tot in 1932 tot James Chadwick (1891-1974) experimenteel het bestaan van het neutron kon aantonen. Door alfadeeltjes of heliumkernen ‒ uit radioactief polonium ofwel uit radium ‒ te laten invallen op berylliummetaal, kwamen er neutronen vrij. De twee vermelde loodsoorten bevatten dus 82 protonen en 124 neutronen (samen 206), resp. 82 protonen en 126 neutronen (samen 208). Het enige onderscheid van PB-206 of 82 206 Pb en PB-208 of 82 208 Pb is hun massa, want wat uitzicht, kleur, chemische eigenschappen, enz. betreft zijn ze identiek. Ze staan dus ook op dezelfde plaats (Grieks: isos-topos ) in de tabel van Mendeljev; men noemt ze isotopen . Men kent thans in de natuur 276 stabiele isotopen. Het hoogste

67

Made with FlippingBook Learn more on our blog