E-book Kernenergie - Versie 1.01c

Om de blootstelling aan straling te verkleinen, kunnen mensen zich op meerdere manieren beschermen: • Tijd – Hoe korter iemand in de buurt van radioactief materiaal is, des te lager is zijn dosis; • Afstand – Hoe verder iemand van een bron af staat, des te kleiner is zijn dosis; • Afscherming – Als er afschermend materiaal tussen de bron en een persoon in staat, is de dosis van deze persoon kleiner. Omdat gammastraling wordt verzwakt door lood, wordt dat vaak gebruikt als afschermend materiaal. Als iemand zich in de buurt van radioactief materiaal bevindt, stelt deze persoon zich aan straling bloot. Dit noemen we ook wel externe blootstelling , omdat de persoon het materiaal zelf niet aanraakt of binnenkrijgt. Als de persoon weer vertrekt, houdt de blootstelling op. Straling neem je dan niet mee. Deze persoon kan een ander niet blootstellen aan straling. Dat is anders in het geval van een besmetting. Besmetting – Bij besmetting zit het radioactieve materiaal bijvoorbeeld op de kleding of de huid ( externe besmetting ). Een besmet persoon neemt het radioactieve materiaal mee en wordt dus al die tijd bestraald. Deze persoon kan op deze manier ook andere mensen blootstellen aan straling of besmetten met radioactief materiaal; net zoals een virus . Iemand kan ook besmet raken door de radioactieve stoffen in te slikken (ingestie) of in te ademen (inhalatie). Dat heet dan inwendige besmetting (Figuur 8.4).

199

Made with FlippingBook Learn more on our blog